Shakyamuni Boeddha 32 cm
Betekenis van Shakyamuni Boeddha
Shakyamuni Boeddha werd rond 560 voor Christus als zoon van een koningsfamilie geboren. In zijn jonge leven werd hij omringd door schoonheid, gezondheid en rijkdom. Jarenlang hield men al het negatieve ver uit de buurt van de jonge prins Siddharta Gautama. Uiteraard was het onmogelijk iemand zo lang binnen het paleis te houden en te beschermen. Zo verliet hij op zijn 29e jaar voor het eerst het paleis. Voor het eerst kwam hij buiten en kwam hij in aanraking met het menselijk lijden. Hij ontmoette op drie opeenvolgende dagen een door pijn gekwelde persoon, iemand met een lijdende ziekte, en een oude bejaarde en ten slotte een dode. Dat waren dingen die hij nooit eerder had meegemaakt en voor het eerst wist hij zelf wat lijden was. Intern voelde hij ook de pijnen. Hij realiseerde zich op dat moment dat niets blijvend was, en zulke vormen van leed bij het leven van de wezens horen.
Na een ontmoeting met een man die in een toestand van meditatie zat, wist hij plotseling dat hij datgene op het spoor was waar hij naar zocht en dat hij vrij wilde komen van het lijden. Daarop verliet hij zijn paleis om te mediteren in de wouden en bergen van Noord-India. Zijn zoektocht naar bevrijding was begonnen. Na een zesjarige zoektocht naar de onvoorwaardelijke waarheid herkende hij, terwijl hij in diepe meditatie verbleef, de natuur van zijn geest en bereikte hij verlichting op de plek die tegenwoordig Bodh Gaya heet in Noord-India.
Terwijl Boeddha 49 dagen lang mediterend onder de bodhi-boom zat en in gedachten de kosmos doorkruiste, trachtte Mara, de god van het kwaad, hem in zijn concentratie te storen door hem zijn mooie dochters te sturen die hem moesten afleiden. Een enkele blik uit de ogen van de verlichte deed hun schoonheid echter verwelken.
In de ogen van de volmaakte belichaamden zij slechts de schone, doch lege schijn.
Mara, de god van de zintuiglijke begeerte, de heer van deze wereld, trachtte Boeddha er nog eenmaal van te overtuigen dat hij als vertegenwoordiger van alles wat zich aan gene zijde van deze wereld bevindt en wat de aarde onherroepelijk vijandig gezind is, zelf geen recht had op de grond waarop hij in zijn houding van meditatie rustte.
Boeddha hield vol dat hij door de talrijke goede daden in vroegere levens aanspraak kon maken op dit stukje grond. Op dat moment riep hij de aarde als getuige op, door met zijn rechterhand de grond aan te raken. De god van de aarde steeg op uit de afgrond om zijn uitspraak te bevestigen en te verklaren dat hij alle plichten van een Bodhisattva vervuld had en dat hij dus het recht had om op deze aarde te blijven en zijn leer te verkondigen.
De vingertoppen raken de aarde aan. Dit staat symbool voor het moment waarop Boeddha de aarde aanriep als getuige van het zijn ontelbare voorgaande levens waarin hij alleen maar deugdzaam was geweest. Deze houding noemt men nu de Bhumisparsha Mudra, het gebaar van de verlichting. De aarde antwoordde en de god Mara die de Boeddha zijn laatste verleidingen liet zien, verdween. Dit gebaar staat voor de bevrijding die Gautama Boeddha overkwam na 49 dagen meditatie onder de bodhi-boom. Dat unieke moment wordt middels dit beeld uitgebeeld.
Dit bronzen beeld uit India heeft over het kleed diverse situaties afgebeeld uit Boeddhistische verhalen. Rondom symbolen en zittend op een grote lotus.
Eigenschappen
Afmetingen hxbxd: 32 x 21 x 14 cm.
Materiaal: Brons. Oud zilveren, gouden en bruine patina.
Gewicht: 4,7 kg.
Herkomst: India.
Leeftijd: Nieuw.
Te koop: Van 295,00 euro. voor 239,99 euro.
Reactie plaatsen
Reacties